Het Celibaat en de Roomskatholieke kerk

De huidige Roomskatholieke kerk verwacht van haar geestelijken dat zij een leven leiden van seksuele onthouding. Daar komt nog eens bij dat binnen deze kerk er een groot taboe rust op seks en seksualiteit. Over deze onderwerpen kon dus niet gepraat worden en over homoseksuele relaties al helemaal niet. Relaties werden echter wel gedoogd. En de geestelijken zullen veel aan seks gedacht hebben. Huub Oosterhuis vertelt in het NRC:

“Er waren in de jaren vijftig honderden priesters die in het verborgene een relatie hadden, maar ik herinner me ook het fanatisme waarmee mannen probeerden de celibaatsgelofte trouw te blijven. Dat werden dan vaak moeilijke, gefrustreerde, kille mensen.”

De wens om seks te hebben is dus iets natuurlijks. Het celibaat gaat hier recht tegenin en zorgt dus onvermijdelijk voor conflicten met de natuurlijke zelf van de mens. Mensen gaan heel verschillend om met dit soort innerlijke conflicten, maar uit psycho-sociaal onderzoek blijkt dat uiting van gevoelens bijdraagt tot verwerking van dit soort conflicten. Verwerking leidt vervolgens tot in het reine komen ermee, en daarmee wordt het mogelijk om met deze conflicten te leren leven, maar niet perse om ze uit te sluiten.

Gevoelens uiten kan op verschillende manieren. Ten eerste kun je naar je gevoelens leven, in dit geval door lief te hebben en seks te hebben. Er is dan dus geen sprake van een conflict. Als dat echter niet kan en er dus een conflict is, dan is de beste manier om gevoelens te verwerken en het conflict op te lossen, is door erover te praten met anderen. De meerwaarde hiervan is dat iedereen met een andere blik naar een probleem kijkt en mensen elkaar daardoor kunnen helpen om tot nieuwe inzichten te komen. Deze inzichten kunnen vervolgens helpen om een probleem of emotie te verwerken. Als praten niet mogelijk is, dan wordt schrijven de beste remedie, aangezien dat sneller tot zelf-reflectie leidt dan enkel over een onderwerp na te denken. Maar nog steeds zal de vooruitgang die geboek wordt waarschijnlijk kleiner zijn dan wanneer er met iemand anders over het onderwerp gesproken was. Mensen die in hun eentje een intern conflict moeten oplossen zijn daar niet altijd toe in staat. Zij kunnen dan niet genoeg afstand nemen van zichzelf, en objectief het probleem bekijken. Zonder hulp zijn zij niet in staat om hun perspectief op het probleem zodanig te veranderen dat zij een oplossing zien. Het gevolg is frustratie en leiden.

Kennelijk staat kiezen voor een celibaat leven vrijwel gelijk aan kiezen voor een onnatuurlijk leven van onthouding en intern conflict. Geheime relaties zijn het gevolg, maar ook het vergrijpen aan onschuldige kinderen. Huub Oosterhuis : “de oorzaak (van misbruik van minderjarigen, red.) is het verplichte celibaat en zolang dat niet wordt afgeschaft, zullen dergelijke schandalen doorgaan”.

Verder vertelt hij dat de enige controle die de kerk kon uitoefenen middels de biecht was. En zelfs dan werd er niet direct over seks en seksualiteit gesproken, maar in codes. Geestelijken hadden dus geen mogelijkheid om over dit alom tegenwoordige intern conflict te praten. Sterker nog, geestelijken werden geacht zichzelf te geselen om deze natuurlijke drang eruit te slaan. Tegelijk werden relaties gedoogd. Sterker nog, misstanden zoals misbruik werden niet eens gestraft. De dader werdt slechts overgeplaatst.

Over de mogelijkheid tot controle of uiting zegt hij:“binnen de katholieke kerk is de biecht de enige controle. De biecht in kloostergemeenschappen gaat voornamelijk over seksualiteit. Daar bestaan codes voor. Als ik wel eens in Maastricht de biecht afnam en een priester zei dat hij naar Luik was geweest, bedoelde hij: ik ben naar de hoeren geweest”.

Priesters gaan heel verschillend om met wat de kerk van hen verlangt wat betreft het celibaat. Sommigen kunnen er heel goed mee omgaan, anderen worstelen er hun hele leven mee. Sommigen verlaten uiteindelijk de kerk en trouwen.

Volgens Van Kuijck wordt het misbruik door priesters terecht in verband gebracht met het celibaat. „Als twaalfjarige jongen werd jevanuit je gezin overgeplaatst naar een kleinseminarie. Je kwam niet meer op een normale wijze in aanraking met meisjes. Daardoor had je een grotere kans op een ongezonde manier van omgaan met seksualiteit, en alles wat daarbij hoort. Door de eeuwen heen is de kerk verkrampt met seksualiteit omgegaan, je moest maar flink bidden, dan had je er minder last van.,
> bron

Voor de kerk was dit een zaak van persoonlijk falen dat vergeven kon worden, en dat als het algemeen de bekend zou worden slechts de kerk zou schaden. Volgens hedendaagse normen en waarden waren beide partijen echter fout. Zowel de persoon die de ontucht pleegde als de kerk die medeplichtig werd door het voorval in de doofpot te stoppen en erger nog, niet omkeek naar de slachtoffers van haar eigen falen. Cardinaal Simonis van Utrecht verklaarde ´wir haben es nicht gewust´. Wij waren niet verantwoordelijk voor de vele verschillende congregaten waaronder dit gebeurde, wij werden er niet over ingelicht. Hij koos met opzet het bekende repliek van het Duitse volk over de genocide in de concentratie kampen van de Tweede Wereldoorlog. Woorden die hij acteraf terug zou nemen.
> bron

This entry was posted in Socio-Eco-Logic. Bookmark the permalink.

Comments are closed.